Ik vind pionieren heel leuk
Charles Snijder (adviseur zorgkwaliteit) interviewt Anneke van Veen (verpleegkundige) over de samen doen gesprekken’ die nu regelmatig plaatsvinden in De Loericker Stee (Houten).

Collega’s die het ook gaan doen
Eind vorig jaar zijn we begonnen met deze gesprekken met naasten. Dat doen we om:

  • in contact te komen;
  • ervaringen/ verwachtingen te bespreken;
  • (als het dan al kan) afspraken te maken.

En nu zijn we bezig met bijeenkomsten om onze kennis en ervaring te delen met onze collega’s van De Loericker Stee.

We hebben het al in ons
Eerst vertelden we hoe je het aanpakt. Het SOFA* model gebruikten we als basis, maar dat was te theoretisch. De keer daarop hebben we een filmpje laten zien van een gesprek van een verzorgende met een naaste met een aanpak hoe het liever niet moet.

(SOFA staat voor: Samenwerken, Ondersteunen, Faciliteren en Afstemmen.)

Dat was meer interactief, het lokte reactie uit. We raakten in gesprek. Mijn collega’s kregen toen het gevoel: “we hebben het al in ons”.

Niet alleen EVV
We hebben nu een poule van acht collega’s die samen doen gesprekken voeren. Dat zijn niet allemaal EVV. Sommige collega’s willen niet. ‘Het is weer extra werk, en het is al zo druk.’ Maar we hebben ook huiskamermedewerkers die het wel leuk vinden om er mee aan de slag te gaan. Zij komen lang niet allemaal uit de zorg. Vaak hebben ze veel levenservaring en zoveel capaciteiten. Zij zijn van nature al goed in het praten met familieleden. En net als ik vinden zij het leuk om te pionieren.

Niet alleen maar successen
Samen doen gesprekken zijn lang niet allemaal succesvol. De uitkomst kan zijn dat een familie niets kan doen, bijvoorbeeld omdat ze er helemaal doorheen zitten. Maar het voordeel is wel dat we veel bewuster bezig zijn. Door een band op te bouwen en begrip te hebben voor elkaar. Dat is heel veel waard.

Wat leg je vast?
Ik ben ook niet van het vaststaande gesprek, want de praktijk is altijd anders. Ik bereid mij voor en neem de tijd voor het gesprek. Ik schat per situatie in. Wat was u gewend? Wat wilt u blijven doen? Ik heb ook aandacht voor de andere naasten. Dat kan ook een naaste zijn die geen eerste contactpersoon is. We kunnen elkaar altijd opzoeken.
De administratie na het gesprek hou ik heel beperkt. Ik zet het in het zorgplan onder de kop mantelzorg. En dan alleen de belangrijkste dingen en afspraken. Dit is een document in beweging.

Jonge collega’s moeten voelen dat deze ruimte er is
Ik ben blij met hoe het nu gaat. We zijn van binnenuit ons werk aan het veranderen. Als je dat om je heen ziet en het vaker ziet dan durf je het zelf ook. Het begint klein, maar de olievlek wordt steeds groter. En helemaal als we onze successen delen. Jonge collega’s moeten voelen dat deze ruimte er is. Je moet wel geduld hebben. En ook kleine succesjes delen.

Meer weten over ‘Samen doen’ en de folder van Warande?: Klik hier voor meer informatie.